Beeld en gedicht
Ongewenst ben ik
verstoten uit het nest
een onbegrepen vluchteling
op zoek naar rust
Was ik een zeemeeuw
​
zwierde ik op de wind
​
door de wolken
​
naar de zon
​
​
​
​
​
Juichkreet
Stilte
geen geluid
zachte wind
​
geen vogel
​
niemand
​
stilte
Oogst mislukt
​
Melk verzuurt
​
Vis verrot
​
Onze vrouwen zijn bang
​
Onze kinderen worden ziek
Ons dorp gaat ten onder
​
​
Rixt, je bent vervloekt!!!
Ik ga mijn weg naar het einde van mijn weg
mijn weg naar het einde eindeloze weg
Ik,
​
een zeemeeuw
​
krijsend
​
verstoten uit het nest
​
​
Niemand
Kleine voetjes
​
dribbelen
​
in het natte zand
​
warmte
​
vreugde
​
een kinderlach
​
vervlogen
Gedoemd te dwalen
​
als een schim
​
over Wad en strand
​
rond het eiland
​
Ameland
Verbannen
gevlucht
voor hen die mij haten
​
​
Verdwenen
verwaaid in de wind
voor hen die mij ontkennen
​
​
Ik besta, maar sta alleen
alleen tegenover allen
onbegrepen, onbemind
​
​
Maar het riet fluistert mijn verhaal
het riet
dat mij een laatste schuilplaats biedt
Dansend
​
door het schuim
​
van het leven
​
in de wind
​
van het Wad
​
​
​
​
​
Vrijheid!
Eindeloos Wad
mijn wereld mijn thuis
​
stappen dwalen door de ruimte
stappen in het zwarte zand
​
linkervoet rechtervoet
linkervoet rechtervoet
​
eeuwig ritme
eb en vloed
​
alles is goed
Touw
​
gevonden
​
ergens
​
hoop
​
op
​
houvast
Hagel
​
sneeuw
​
storm
​
wervelend mijn leven
​
één met Alles
Storm in mijn hart
​
Verscheurd mijn leven
Waarom jij?
​
Waarom?
​
Waarom ik?
​
Leegte in Alles
Zee,
geen einde geen begin
branding gisteren
branding morgen
morgen meer dan gisteren
gisteren minder dan vandaag
horizon waar mijn kind verdween
waar sindsdien geen zon verscheen